Wereldwijd zijn er wel 900 schapenrassen. In Nederland zijn de rassen onder te verdelen in Heideschapen, weide- of melk- en vleesschapen. Wij houden heideschapen, en wel het bijzonder huisdierras: Groot Heideschaap.
Toen wij de kudde overnamen voerde het Groot Heideschaap als ras al de boventoon. Echter liep er ook een groot koppel dat gekruist was met de Duitse Zwartkop, bij ons op de kudde ook wel de Dikkop genoemd. Dit was een keus van onze voorganger, de Duitse Zwartkop is een groter en forser schaap wat in de verkoop meer opbrengst oplevert gezien er meer kilo vlees aan het schaap zit. Na een tijdje bezinnen hebben wij de keuze gemaakt om geheel terug te gaan naar het Groot Heideschaap. Dit is een schraler dier, dat goed kan leven op de heide. En dit is ook wat onze bedoeling met de schapen is.
We zijn aangesloten bij de Fokgroep Groot Heideschaap: een club die het ras in stand houdt en met een uitgekiend fokprogramma werkt. Deze Fokgroep is wat vrij van hoe het schaap er precies moet uit zien. Binnen een bandbreedte is er redelijk veel mogelijk: zoals het 500 jaar terug ook al ging. De fokvereniging is een “Belhamerige” club: dat past ons dus wel.
Er is veel verwantschap met De Schoonebeker maar zie ook invloeden van de Bentheimer en het Veluws Heideschaap.
De oorsprong van het Groot Heideschaap ligt waarschijnlijk in Spanje omdat de Spaanse soldaten in de 80-jarige oorlog (1568 – 1648) het schaap meenamen als levend proviand. Van die tijd zijn er veel schapen achtergebleven.
Het Groot Heideschaap kwam veel voor in Salland, Twente en de Achterhoek en staat bekend om haar langgerekte bouw, hoogbenig en goed kunnen lopen. Voor het merendeel is de wol lichtblond maar volledig zwart of wit komt ook voor.
De drachtige ooien werpen één of twee lammetjes (gemiddeld 1,5 per worp) die nagenoeg zonder hulp op de wereld komen. Soms moet een lam even goed gelegd worden.
Het ras is een erkend Zeldzaam Huisdierras hetgeen inhoudt dat de gelijknamige Stichting er aan gelegen is dit type overeind te houden.
Wij zijn er trots op dit ras te mogen vertegenwoordigen op de gronden waar hun voorouders al eeuwen pootafdrukken achterlieten.