Lammertijd, de eerste week

Op dit moment, zondagavond 7 februari, zijn er 52 lammeren geboren zijn vanaf 30 januari. We hebben nog twee weken te gaan. Deze periode zijn we van ’s ochtends 6 tot ’s avonds 10 aan het werk op de schaapshooi. Lange dagen met hard werken, wat extra heftig is in deze kou met een sneeuwbui hier en daar, maar ook vol mooie verhalen.

We hebben al wat bijzondere lammeren en drachtige ooien voorbij zien komen. Direct het eerst geboren rammetje was een zorgenkindje. Na een ruime dag op deze wereld hadden we het idee dat dit rammetje voortijdig het leven zou laten. Op dag twee zag Elly het probleem van deze ram: het had geen uitgang waar de poep het lichaam kon verlaten.

kleine-jan
Kleine Jan onder het mes

Onze dierenarts Bart verscheen ten tonele die vertelde dat hij de conditie van het rammetje nog zodanig inschatte dat een operatie de moeite waard was. Na het maken van een uitgang, het poepgat dus, kon het herstel beginnen. In de vroege ochtend van de volgende dag was er iets geproduceerd dat kon doorgaan voor poep. In de middag ging de ram, inmiddels Kleine Jan, genoemd, levendig door het hok met zijn moeder. De hechting met zijn moeder had er niet onder geleden.

En dan hebben we ook nog ons Brammetje, ook een ramlam. Deze kwam met zijn zus in de wei naast de kooi ter wereld. Moeder ooi wierp beide kinderen in no-time achter zich weg. Beide dieren waren ontzettend klein. Met het ooilam ging behoorlijk maar het rammetje ademde niet. Het vlies werd rond de mond en neus weggehaald en de weg in de bek schoongemaakt. Nog steeds geen ademhaling waarna Elly de ram “slingerde” en er gelukkig een ademhaling op gang kwam. Het ram werd vervolgens in een bepaalde houding neergelegd om meer longinhoud te krijgen.

Omdat het rammetje niet warm kon worden en extra hulp nodig had is hij de keuken ingehaald waar de kachel brandde. Het rammetje is afgedroogd en in handdoeken gewikkeld. Eenmaal opgewarmd hebben we het rammetje bij zijn moeder gebracht, maar hij had niet de kracht om zelf te drinken.

Er zat toen niets anders op dan de ram biest te geven met de fles. Biest is de eerste moedermelk dat gemolken werd bij een andere ooi en boordevol afweerstoffen die essentieel zijn voor het lam. En zo hadden we ons eerste flessenlam Brammetje. Omdat hij zo klein was waren de eerste dagen extra spannend. Ook kon hij zichzelf niet goed warm houden, nu speelt het weer ook niet mee voor hem. Dus met een kruikje legden we heb in doeken in een bench in de keuken.

Die avond gingen we naar huis met het idee dat het rammetje de volgende morgen dood aangetroffen zou worden. Nee dus: in de vroege ochtend, bij het openen van de deur, werden we met een oorverdovend geblèr van het rammetje welkom geheten. Hier zit karakter in en nog steeds: YES.

Geboren met een gewicht van 1900 gram, terug naar 1600 en een kleine week later 2200 gram. Wat een beest!

Lammetjes
Foto: Jacintha Oldenbeuving, Brammetje en Lotte

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *